Een kind met Diabetes Type1
Show MenuHide Menu

Kermis en Koffie

10 oktober 2012

kermisWeer een mijlpaal; mijn dochter ging dit jaar voor het eerst alleen met vriendinnen naar de jaarlijkse kermis. En wat heeft koffie drinken daar mee te maken? Daar kwam ik laatst ook zelf pas achter.
Een week eerder zaten we ergens met ons gezin koffie te drinken. Mijn dochter had, bij mijn weten, nog nooit koffie gedronken. Maar ze toonde nu duidelijk interesse. Dus ik liet haar uit mijn kopje proeven. Tijdens het proeven besloot mijn kind meteen al dat ze het eigenlijk wel heel lekker vond. Ik vertelde haar toen dat ik op haar leeftijd al wel eens koffie dronk. Dus dat dat best wel kon…en mocht. Opmerkelijk blij was ze plotseling met die ‘toestemming’. En ze vertelde meteen ook waarom; één van haar vriendinnetjes met wie ze naar de kermis ging, hield erg van koffie. En nou ja, het was een beetje lastig met al dat snoep enzo, dus dan konden ze in elk geval ook nog koffie gaan drinken bij dat coole nieuwe koffietentje.
Ik begreep eigenlijk meteen dat ze er dus best een beetje mee in haar maag zat; hoe ze het moest doen op die kermis. Zonder een niet-coole spelbreker voor haar vriendinnen te zijn. Want diabetes en kermis, dat is best een ingewikkelde combinatie. Daar moet even over worden nagedacht. Zeker als je voor de eerste keer alleen gaat, zonder ouders die over je waken.

Op de kermis lonken alle zoete verleidingen als: suikerspinnen, zuurstokken en vette oliebollen! En wat doe je daarmee als kind met diabetes? Hoeveel moet je bolussen voor een suikerspin, of een zuurstok waar je slechts af en toe aan likt? En klik je op je pomp vóór of na die vette oliebol? Wij wisten het niet zo goed, en ons kind dus ook niet. Bovendien hadden wij eerder ervaren dat je van zo’n spannende attractie een torenhoge bloedsuiker kunt krijgen. Die je dan eigenlijk weer niet mag corrigeren, want het komt door de adrenaline. Afijn, mijn dochter had dus zelf bedacht dat ze het snoep-dilemma wat kon omzeilen door ook koffie te gaan drinken met de meiden. Dat is natuurlijk wel heel stoer als je twaalf bent.

Hoeveel moet je bolussen voor een suikerspin, of een zuurstok waar je slechts af en toe aan likt?

De dag van de kermis was aangebroken. Wat vond ze het leuk en spannend. Ik ook overigens. Een beetje voorbereiding was trouwens wel nodig. We zochten een goede tas bijvoorbeeld, voor haar portemonnee, maar ook voor haar meetsetje en dextro. Een tas die heel goed dicht kon, want wat als ze over de kop ging in de Superbooster? Geen fijn idee dat haar bloedsuikermeter vervolgens over het kermisterrein vliegt. En ook haar pomp moest worden gecheckt, zat er nog voldoende insuline in het reservoir? Ik meen dat ik dat toch minimaal twee keer tegen haar heb gezegd die ochtend. En daar ging ze even later, fladderend in de herfstwind, op de fiets naar de stad. Weer een nieuwe stap naar zelfstandigheid.

Na ongeveer twee uur werd ik gebeld. Het was mijn kind dat met schelle stem door de telefoon riep: “Mam, m’n reservoir is leeg, de pomp zegt dat ie niets meer heeft! En we hebben net van die zoete baklava’s op! Wil je alsjeblieft een nieuw reservoir komen brengen?” “Potverdorie!” Was natuurlijk mijn eerste reactie. “Ik heb het nog zó tegen je gezegd! Kom maar hierheen om het op te halen!” Dan leert ze het meteen, dacht ik.
Maar vervolgens dacht ik er ook aan dat het haar eerste keer was. Dat ik had gehoord aan haar stem dat ze een beetje in paniek was. Ik stelde me voor dat haar vriendinnetjes ook baalden en geen zin hadden in een extra fietstochtje langs ons huis.

En ja hoor, natuurlijk vertrok moeder dus op de fiets, met de kostbare ampul insuline in haar binnenzak. Op weg naar de kermis om dochterlief uit de lastige situatie te redden.
We hadden afgesproken dat zij mij tegemoet zou lopen naar een bepaalde plek in de stad. Ik zag haar al van verre staan. Mijn dochter klein en enigzins ontdaan tussen haar veel grotere vriendinnen. Blij en dankbaar omhelsde ze me. Ze had trouwens net even gemeten en ze zat op 4.7. “Goed hè?” Nu ging ze lekker beginnen aan die zuurstok die ze had gekocht. Haar vriendinnetjes bedankten mij ook en waren duidelijk onder de indruk van de situatie: “Ik dacht dat ze dood zou gaan”, zei één van hen tegen me.

Toch wel blij dat ik gegaan was, stapte ik weer op de fiets huiswaarts. Natuurlijk moet mijn dochter groeien naar meer zelfstandigheid. Maar zolang ze thuis woont delen ook wij de last van haar diabetes een beetje met haar. Ze moet het later nog lang genoeg alleen doen. Een extra kopje koffie had ik echter wel verdiend…

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


Maak eerst dit rekensommetje (ter beveiliging) *