Een kind met Diabetes Type1
Show MenuHide Menu

Op kamp

6 september 2013

Robin-op-BowieJe kind met diabetes type1 gaat uit logeren. De meeste ouders vinden dat heerlijk; kind(eren) even weg, rust en tijd voor jezelf! Ik vind logeerpartijen juist niet fijn. En waarschijnlijk vele diabetes-ouders met mij. Wanneer je kind diabetes heeft, geeft dat namelijk helemaal geen rust, maar juist onrust! En nog meer zorgen. Dan spreek ik nu nog niet eens over slaapfeestjes; die zijn helemaal een ramp. Maar het kan nog veel erger: op kamp!

Deze zomer zou onze dochter voor het eerst op een ‘gewoon kamp’ meegaan. Wij wilden dat natuurlijk in eerste instantie niet. Waarom niet weer gewoon mee op zo’n fijn diabeteskamp van de DVN, vroegen we haar? Dat is namelijk wél fijn voor ons, als diabetes-ouders. Er gaat immers op die kampen een volledig medische staf mee. En heel veel vrijwilligers die zelf diabetes hebben. Met zoveel gebundelde expertise kan er toch bijna niets misgaan, zou je zo denken. En dat maakt dat diabetes-ouders die week eens rustig en zorgeloos kunnen slapen. Op diabeteskamp gaat zelfs ‘s nachts een brigade je kind prikken en meten! Wat wil je nog meer?

Helaas was onze dochter een andere mening toegedaan. Vorig jaar was er namelijk een arts mee die vond dat kinderen met diabetes om 21.00 uur naar bed moesten. Omdat ze anders veel te moe en dus ontregeld zouden raken. Wij hebben ons een rotje gelachen natuurlijk, maar mijn kind is hier nog steeds mega-verontwaardigd over. Dit was natuurlijk niet de enige reden; dochterlief wilde namelijk mee met het kamp van haar eigen, zo geliefde manege. En ze zou heus laten zien dat ze zelf goed voor haar diabetes kon zorgen. Een voorzichtig idee nog door ons geopperd, om mee te gaan als keukenhulp, werd beantwoord met een hartverscheurende huilbui. “Oké, dan niet”, zeg je dan als liefhebbende ouder…

Vanaf het moment dat we het besluit hadden genomen begon al de voorbereiding. Dit al weken voordat het kamp zou plaatsvinden. Er moest gewerkt worden aan de kennis van de begeleiding natuurlijk. Wat is hoog? Wat is laag? En wat te doen in een noodgeval? Waar is die oranje spuit voor? Verder moest er een zeker patroon doorbroken worden. Tussen mijn kind en mij gebeurt namelijk meestal het volgende:
Ik: “heb je al gemeten? Joehoe! Heb je al gebolust? Hoe zit je? Hoor je me?”
Dochter na een lang, Oostindisch niet-reageren: “huh?”
Natuurlijk denk ik dat zij niets doet, tenzij ik het haar zeg. En uiteraard zegt zij dat ik haar altijd teveel op haar huid zit. Nouja, zo’n soort patroon dus. Voor kamp niet handig in elk geval.
We maakten dus een schema. Een A4-tje met daarop alle momenten van de dag waarop ze iets met haar diabetes moest doen. Met vakjes die ze kon afvinken voor de duidelijkheid. Zo zou ze thuis alvast kunnen oefenen met zelf aan de dingen te denken en ernaar te handelen. En moeder? Die zou haar tong afbijten!

Tegen de tijd dat het kamp was aangebroken hadden we er bijna alle vertrouwen in. Het schema zou meegaan. Het zusje, de vriendinnetjes en de begeleiding zouden ondersteunen. De ouders zouden niet als keukenhulp meegaan. Ook niet in vermomming als stalknecht of iets dergelijks. Maar ze zouden wél in de buurt gaan kamperen, zodat ze in noodgevallen binnen 10 minuten ter plekke konden zijn. Met deze concessie had dochterlief ook vrede. En eigenlijk was het stiekem ook wel een beetje fijn.

In feite was het best een lekker weekend al met al. De kinderen blij op kamp. De ouders blij op de camping. En heerlijk weer! Eén keer maar hebben we ons kind moeten helpen. Dat was toen haar meter, vlak voor het avondeten, ‘HI’ aangaf. Op dat moment is de glucosewaarde in het bloed van mijn dochter zo hoog dat de meter het niet meer aan kan geven. Niet zo best dus. Maar…het moet gezegd, dochterlief toonde op dat moment grote daadkracht en liet zien dat ze wist hoe ze dit moest aanpakken. Huppakee; nieuw infuus, nieuw reservoir in de pomp en een flinke correctie. Wij besloten daarna maar uit eten te gaan in een restaurantje vlakbij, tot dat alles met het kind weer goed was. Ook niet verkeerd.

En zo wordt ons kind met diabetes dus toch steeds zelfstandiger. En de ouders leren steeds meer los te laten en het beste ervan te maken. Want zelfs die avond-belafspraken leken elke dag iets minder noodzakelijk. Mijn dochter weet wat ze moet doen en ze doet het dus gewoon! Een grote stap is weer gezet.

2 Comments
Marcel
7 september 2013 at 09:14

Ik vind het fijn dat ze het goed zelfstandig heeft opgepakt compliment. Ik als autist wilde nooit weg omdat ik wel op tijd naar bed moest, om de volgende dag nog mee te kunnen doen. Gebrek aan slaap heeft op die uitstapjes niet als positief doen ervaren.

Sandra
6 september 2013 at 21:13

Goeie laatste alinea!!!!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


Maak eerst dit rekensommetje (ter beveiliging) *